Hij zag er erg tegenop, zijn 100e verjaardag op 4 januari 2024. Een eeuw eerder werd Tiest van den Broek geboren, in dezelfde boerderij waar hij nu nog steeds woont en waar zijn ouders en grootouders ook woonden. Terugkijkend is het allemaal meegevallen. Burgemeester Marjon de Hoon-Veelenturf komt een dag later op bezoek met een bijzonder cadeau: er wordt een boom geplant voor de honderdjarige schuin tegenover Janshove en misschien wordt dat in de loop der tijd wel een bos…

Door Jeanny Wouters

“Als ik terugdenk, er was niks in mijn jonge jaren.” De honderdjarige herinnert zich de eerste auto in Baarle-Nassau. Zelf rijdt hij nog heel af en toe en zijn rijbewijs is nog een jaar geldig meldt hij lachend. Na corona heeft ie niet meer gereden, maar hij is heel zelfstandig. Tiest van den Broek is blij dat zijn kopke nog goed is, en hij loopt sinds een half jaar pas met stok, alleen buiten. Hij krijgt veel hulp van zijn kinderen die melden dat vader altijd heel belangstellend was en jarenlang dagelijks bij iedereen kwam kijken hoe het ging. De oudste inwoner van Baarle-Nassau oogt bijzonder fit!

Geheim

Wat is toch zijn geheim, wil de burgemeester graag weten. “Hard werken op de boerderij” denkt hij zelf. Hij maakte de oorlog mee, zat ondergedoken bij familie in de buurt, trouwde in 1961 toen hij 38 was met een dochter van Verheijen en ze kregen een zoon, dochter en een tweeling (zonen) en inmiddels zijn er ook acht kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. “As ge terugkijkt gaget snel.”

De boerderij die al eeuwen in de familie is, is gebleven zoals ie was. In 1898 is ie van de lage bouwstijl uit die tijd, verbouwd. Muren en deuren werden hoger. In 1931 werd de Hollandse stal gebouwd door de moeder van Tiest. Hij groeide op met twee zussen boven hem, ze werden beiden 90 jaar oud. En onder hem twee zussen, de een is 96 de ander 94. Een jonger broertje viel op jonge leeftijd in de kelder en overleed aan hersenvliesontsteking.

Barometer

Hij herinnert zich veel uit de oorlogsjaren, de vliegende bom die achter de boerderij viel. De Polen die van achter de boerderij door de deur kwamen, terwijl langs voor de Duitsers zich uit de voeten maakten. “Op 13 plaatsen was het aan het branden” vertelt Tiest. Hun boerderij gelukkig niet, maar er was wel veel schade. De ruiten sneuvelden, het was een ravage, maar gelukkig was niemand gewond. De barometer, een huwelijkscadeau dat zijn ouders kregen, bleef wonder boven wonder heel. “Hij hing daar langs de achterdeur” wijst Tiest; nu hangt ie aan de andere kant van de keuken nog steeds aan de muur.

Ondergedoken

Tiest zelf was 16 toen de oorlog begon en moest dus naar Duitsland. Dat deed ie niet, hij dook onder, werkte gewoon door op de boerderij. Als ie wist dat er razzia’s waren, dook ie onder op Oordeel-Heikant 3, in het ouderlijk huis van zijn moeder, daar was achter een trap een ruimte achter een hoge muur waar je alleen met een ladder overheen kon, “als ik erin zat kon ik er zelf niet uit.”

100% genoten

Met 13 jaar moest ie al van school, even overwoog ie nog om pastoor te worden, maar het werd toch boer. “Ik heb 100% genoten van het boeren.” De tijd zat ook mee, ze hadden een gemengd bedrijf, veel akkers, wijd verspreid want als er wat gespaard was, kochten ze daar grond van. De verste akker noemden ze de Canadese akker. Als het gesprek gaat over boeren, de ontwikkelingen in de tijd verzucht ie: “ik zou niet graag beginnen nou.” Terwijl de wereldproblemen worden besproken wordt opgemerkt: “de wijsheid van mensen op leeftijd wordt onderschat.”

Doorgaan

“Wat moet je iemand geven die honderd jaar wordt?” was een vraag die de burgemeester zich stelde. “Ik kom niks tekort” merkt Tiest van den Broek lachend op. Het idee van de burgemeester om een honderdjarigen bos te maken staat hem wel aan. Alleen dat bordje bij de boom die voor hem wordt geplant, dat had dan weer niet gehoeven. De honderdjarige wordt uitgenodigd in februari bij de onthulling aanwezig te zijn, de burgemeester komt hem hoogstpersoonlijk ophalen en ze belooft hem elk jaar als oudste inwoner te komen feliciteren! Tiest van den Broek vindt dat een mooi vooruitzicht: “Wij gaan gewoon door!”