De afgelopen maanden is er veel discussie geweest over een klein stukje grond op Boschoven. Diverse initiatieven hebben zich de laatste jaren gemeld met plannen voor deze plek. Eén daarvan is SamenThuis100 – een prachtig burgerinitiatief gericht op een combinatie van senioren- en starterswoningen. Een plek waar jong en oud samen kunnen wonen, elkaar kunnen helpen, en vitaal ouder kunnen worden. Gemeenschappelijk samenleven, noemt men dat. Samen vitaal oud worden door veelvuldige en kwalitatief hoogwaardige interactie te faciliteren, in combinatie met woningen die voorbereid zijn op het leveren van professionele zorg.

Dit initiatief past bij de maatschappelijke opgaven van vandaag én morgen: dubbele vergrijzing, druk op de zorg, en een vastgelopen woningmarkt. Als senioren kunnen doorstromen naar een passende woning, komen elders grotere woningen vrij. Dat helpt niet alleen de betrokken bewoners, maar de hele woningmarkt in Baarle-Nassau. Ook stedenbouwkundig is het plan goed doordacht: de huidige bebouwing eindigt nu abrupt, tegenover een akker. Door hier een zorgvuldig ingepast project te realiseren, met oog voor groen, zichtlijnen en cultuurhistorische waarde, ontstaat een logische en vriendelijke overgang van bebouwing naar buitengebied. Het is een prachtig plan dat Fractie Ulicoten van harte toejuicht.

Een aantal raadsfracties en het college lijken moeite te hebben met de locatie. De argumenten die daarvoor gegeven worden, verdienen enige reflectie:

1. Cultuurhistorische waarde zou verloren gaan: het oorspronkelijke plan is aangepast. Alle cultuurhistorisch waardevolle elementen worden gerespecteerd.

2. Zichtlijnen zouden verdwijnen: er wordt rekening gehouden met het uitzicht en de openheid van het gebied. Er is zorgvuldig geprobeerd om het plan zo goed als mogelijk in te passen in de omgeving. Het is ook maar zeer de vraag, of de huidige zichtlijn leidt tot een betere landschapswaarde of een mooier uitzicht.

3. Woningbouwaantallen zouden worden overschreden: uit navraag bij de gedeputeerde blijkt dat dit een misverstand is. De aantallen uit de woondeals zijn minima, geen maxima. Bovendien ligt het primaat van planvorming bij gemeenten, en niet bij de provincie.

4. Een ‘Straatje erbij’ zou ongewenst zijn: de provincie zou in het geheel geen voorstander zijn van het ‘straatje erbij’ principe. Ook dit is een kwestie van interpretatie. De provincie heeft in haar reactie op de omgevingsvisie juist opgeroepen tot een betere onderbouwing. Ze zegt niet: ’het mag niet’, maar vraagt: ’leg uit waarom het nodig is’.

We horen onze collega fracties en het college zeggen: ’prima plan, maar niet op die locatie’. Een andere reden waarom dit plan op deze locatie zo goed past, is omdat men in de ontwikkeling uitgaat van de residuele grondwaarde, waardoor de woningen betaalbaar in de markt gezet kunnen worden. Een andere locatie, waar de voorwaarden net zo aantrekkelijk zijn, is tot nu toe niet gevonden.

Fractie Ulicoten vermoed dat er in deze discussie sprake is van een hardnekkige reflex: liever géén verandering in de eigen omgeving. Dat begrijpen we, maar het mag niet leidend zijn in ruimtelijk beleid en/of het algemeen belang in de weg staan. Niemand heeft een eeuwigdurend recht op uitzicht – een uitzicht dat in dit geval bovendien in de zomermaanden ook nog eens grotendeels aan het zicht wordt onttrokken door hoge bosschages.

Dit plan is goed doordacht, realistisch en maatschappelijke waardevol. Als we dit nu niet oppakken, doen we de gemeenschap tekort. Fractie Ulicoten is dan ook van mening dat dit initiatief een serieuze kans verdient.