Sinds 2009 daalt het aantal verstuurde brieven per post in Nederland met zeven procent per jaar. Ook Chamenaren versturen steeds minder brieven. Dat was ooit wel anders. We leerden al op jonge leeftijd omgaan met pen en papier. Niets gaat boven die goeie ouwe handgeschreven brieven!
Door Berry van Oers
Fles
De eerste brief verstuurden we per fles via de beek naast oma’s huis aan de Ulicotenseweg. Sjef viste de fles in Ulvenhout op uit de beek bij de Engelandsebrug. 'Hoe gaoget er mee', stond er op de brief. 'Goed', schreef Sjef er onder. Althans, dat beweerde hij want de fles met zijn antwoord kwam nooit bij ons aan. “Det gaot ommes nie tegen de stròòm in”, zei Sjef. Maar dat wisten wij toen nog niet.
Zelfvertrouwen
We schreven ook brieven die we niet verstuurden. Ze waren bestemd voor proefwerken. Uiteindelijk raadpleegden we die spiekbriefjes nooit, omdat we precies wisten wat er op stond. Maar voor de zekerheid stopte Joost altijd een spiekbriefje in de mouw van zijn ‘zwieter’. Op een keer ‘trappeerde’ de meester hem. “Ik gèèf oew op ’n briefke da ik er nie op gekeken heb”, verzekerde Joost. Maar de meester geloofde hem niet en gaf straf in plaats van te werken aan het zelfvertrouwen van Joost.
Wonder
Staf pakte het anders aan. Hij had van zijn tante nonneke een mooie balpen uit Lourdes gekregen. Het doorzichtige gedeelte van de balpen kon je ronddraaien zodat er via een rolletje allerlei taferelen uit Lourdes passeerden. Staf verving het rolletje uit zijn wonderbalpen door een spiekbriefje. Hij kreeg een tien. “Tis ’n wonder”, zei tante nonneke. “Een kwestie van deurdraaien”, zei Staf.
Gleufje
Na het schrijven vouwden we de brief dicht en deden die in een enveloppe. Het dichtlikken smaakte lekker, maar wel uitkijken voor het randje om je tong niet te snijden. Daarna schreven we het adres er op. De postzegel was de ‘finishing touch’. Dan volgde de tocht naar de brievenbus. Het verdwijnen van ‘die goeie ouwe brief’ in het gleufje was het ‘moment suprême’.
Handschrift
Soms werden onze liefdesbrieven beantwoord. Uren tuurden we naar de brief van onze geliefde. Telkens wanneer we haar brief opnieuw lazen kwam ze een stukje korterbij. Ze had het briefpapier vastgehouden en met de hand vol geschreven. Zo’n liefdesbrief kwam uit haar hart. Ze ving verlangen en passie met inkt in haar eigen unieke handschrift. Ik heb ‘die goeie ouwe brief’ nog steeds.
Tempo
Elke dag kwam Jaon de Post langs op hetzelfde tijdstip. We renden dan met onze brievenopener naar de brievenbus om te kijken of er een brief voor ons bij was. Wat was dat spannend. Wanneer Jaon geen post voor ons had moesten we weer een hele dag wachten op de volgende lichting. Zo leerden we wat geduld is. ‘Die goeie ouwe brief’ hoorde bij het tempo en het leven in Chaam van alledag.
Escalatie
Appjes en e-mails leiden soms tot escalatie omdat ze vaak in een opwelling worden verzonden. Handgeschreven brieven op papier daarentegen zorgen voor de-escalatie. Voordat je een brief op de post doet kun je er goed over nadenken wat je er in schrijft. Op het einde is een boze brief dan minder boos dan in het begin. Voor liefdesbrieven geldt dat trouwens ook, maar dan andersom.
Koos
Nu vallen er alleen nog maar belastingbrieven op de mat. Te pas en te onpas komen er Appjes en e-mails binnen, allemaal in hetzelfde lettertype, vaak zonder lang na te denken ingetikt. Het gemak van het versturen van een Appje of een e-mail is groot. ‘Ik verscheurde je foto, ik heb je brieven verbrand’ kan al lang niet meer. “Ik ‘dielete’ je selfie, ik heb je Appjes gewist”, zou Koos Alberts nu zingen.