De eerste toren die wij in ons leven tegenkwamen was de toren van de Chaamse kerk. We keken op tegen die robuuste toren midden in ons dorp, het ‘hart’ van Chaam. De toren maakt de skyline herkenbaar, vertrouwd en vooral Chaams. Nergens anders in de buurt hebben ze zo’n markante toren met een ‘juin’ er bovenop.
Door Berry van Oers
Hemel
“Bij d’n toren rechtsaf, kan nie miessen”, riep ma ons na toen we voor het eerst alleen naar de kleuterschool stepten. Bij het passeren van de toren keken we gefascineerd naar boven. De toren leek de wolken aan te raken. “Volgens de pastoor komt ie mee gemak tot aon d’n hemel”, vertelde Girtje. “Zesenvirtig meter hòòg is ie”, wist Kiske, maar dat geloofden wij niet. “D’n hemel is ommes veul wijer”, beweerde Girtje. Maar volgens de pastoor is de hemel dichterbij dan dat we denken.
Beklimming
De toren hield ons bij de tijd. “Hij lopt wir veur”, beweerde opa altijd wanneer hij te laat was. We droomden er van om de toren ooit te kunnen beklimmen. Die kans kwam toen we de sleutel kregen om boven bij het orgel te repeteren met ons koperkwartetje voor de Nachtmis. “Ik heb ’n zakliecht bij”, zei Robke. We besloten na de trap bij het orgel verder de slingertrap op te gaan en kwamen uit bij de gewelven boven de kerkzaal. “Zachtjes, want aas hort de pastoor òòs!”, fluisterde Robke.
Vrees
Via loopplanken met een leuning liepen we over de gewelven en zagen we hoe de lampen van het kerkplafond daar waren opgehangen. “We gaon wijer”, zei Robke. Hij durfde alles. Via een muurtrap klommen we verder de donkere toren in. Robke bereikte de klokken. Maar wij bleven halverwege steken, overvallen door hoogtevrees. Die vrees hadden we overgeërfd van pa die al moeite had met het eten uit een diep bord.
Rust
De toren torent hoog boven Chaam uit. Maar de meeste Chamenaren lopen, steppen, fietsen of rijden de toren voorbij zonder er erg in te hebben, elke dag weer, jaar in en jaar uit. Zo gaat het vaak bij zaken waarvan achteraf blijkt hoe bepalend ze zijn. Blijf tussen alle drukte door eens een keer stil staan bij de toren, kijk dan naar boven en laat de Chaamse rust in je lijf stromen!
Onveranderd
Vele Chamenaren werden ooit via de deur van de toren als dopeling de kerk binnengedragen en kwamen er op het einde van hun levenspad met een ‘houten jas’ aan naar buiten. De herbouwde toren was er al voordat de meeste Chamenaren van nu geboren waren en de toren zal er ook nog staan wanneer ze al lang terug zijn. Welke houvast zouden wij nu hebben zonder onze goeie ouwe trouwe toren, onveranderd in een veranderd Chaam?
Getuige
De toren is de stille getuige van vele gebeurtenissen in Chaam, middelpunt van spectaculaire ‘Achten’ en ontelbare nachten, reddingsboei bij droppings en een tweede thuis voor de verdwaalde duiven van ome Piet. De klokkentoren geeft ritme aan het Chaamse bestaan als aankondiger van nieuw leven, bruiloften en overlijdens. “Wie zo er dòòd zen”, vroeg ma dan wanneer de klokken luidden.
Thuis
De toren herrees na de oorlog uit zijn puinhopen als symbool van herrijzend Chaam. Sindsdien is de toren een baken van Chaamse verbondenheid. Telkens als we terugkomen van ons werk of van vakantie en Chaam binnenrijden heet de toren ons welkom. Wanneer we de toren in de verte zien opdoemen weten we het zeker: “We zijn weer thuis!”